Delftse SchaakSite - Rekenvout

104: Wie slecht doet, slecht ontmoet

Misschien is Euwe wel het grootste slachtoffer. Euwe staat voor degelijke burgerlijkheid, rust en orde, koele wetenschapsbedrijving. Hij kon een nagenoeg foutloze partij spelen die hij toch niet won omdat de tegenstander te weinig fouten maakte om de partij echt te verliezen. Vooral vanaf zijn 50e jaar, vanaf de jaren ’50 (Euwe was van 1901) had hij regelmatig van doen met tegenstanders die minder ervaren en/of minder begaafd waren dan hij, maar waartegen hij dan toch juist niet won.

Euwe was geen universeel genie als Lasker, geen bezetene als Aljechin en geen profeet van een nieuwe orde als Botwinnik (Münninghof in Euwes biografie); al evenmin had hij de precisie op de vierkante nanometer van Karpov of de krachtpatserij van Kasparov. Het ontbrak hem aan glamour en daardoor heeft Euwe in de loop der jaren een vlak imago gekregen. De buitenwereld ziet in hem meer een amateur die toevallig wereldkampioen werd dan een geharde professional.

Ten onrechte, zijn schaakkennis en -kunde blijkend uit de klare lijn in zijn partijen zijn een wereldkampioen waardig. Zijn spel is vaak meer degelijk dan spectaculair te noemen. Hij speelde veel en won niet overdreven veel, vergelijkbaar met Capablanca, maar kwam ook slechts weinig in problemen tegen topgrootmeesters en liep naar verhouding weinig verliespartijen op: net als Capablanca.

Toen prof. Euwe in 1971 zijn ordinariaat neerlegde, ging hij weer schaken. J.J. (Joop) Piket, de vader van de twee Piketten, een speler van bijna meesterniveau, glunderde toen hij bij ons (bij Philidor Leiden) kwam melden: je raadt nooit tegen wie ik gespeeld heb: Euwe! Hij schaakt weer! En hij kan het nog!

Euwe bleef tot op hoge leeftijd ijzersterk, en veegde op ruim 70-jarige leeftijd menige speler op, spelers als Piket en ik (jazeker) en ook grootmeesters. Maar vaak ook kwam hij wel tot een betere stelling maar niet meer tot winst. Tegen zo’n gerenommeerd tegenstander, ex-wereldkampioen Euwe, kijkt de opponent nog eens extra uit.

Wie goed doet, goed ontmoet. Weldoende burgers mogen volgens dit spreekwoord erop rekenen dat anderen soms eens iets extra’s voor hen doen. Ik ben niet zeker van de wetmatigheid van dit spreekwoord, het geldt voor sommigen vaker dan voor anderen. En voor sommige weldoende schakers (Euwe!) geldt het ook vaker dan voor andere. Want voor schakers geldt het spreekwoord ook! Goed spel leidt tot goed tegenspel. Je staat bijna de hele partij aan het roer, maakt geen fouten, je hebt een licht initiatief en daar blijft het bij tot in het gunstige eindspel. Je wint uiteindelijk net niet. Achteraf is er ook thuis geen winst te vinden. Ontmoedigend hoor, de stelling (axioma): wie goed doet, goed ontmoet: Daarom steek ik U een riem onder het hart met de tegenstelling: Wie slecht doet, slecht ontmoet!

Vaak is het interessante deel van mijn partijen ontstaan doordat ik een kleinigheid overzag, en een heel groot deel van die partijen werd remise of heb ik zelfs gewonnen. De volgende stelling ontstond in de partij K. van der Meer - H.A. Happel aan het tweede bord van de wedstrijd DD - oud-leden DD ter gelegenheid van het 150-jarig jubileum van DD op 28 december 2002.



De stelling is ontstaan uit een knutselvariant van de thuisvlijtopening waarin ik net zo bedreven ben als mijn illustere tegenstander. Hij was zojuist erelid van DD geworden. Zwart speelt

1...g6 maar een loper op g7 heeft niets te doen omdat de diagonaal a1-h8 totaal verstopt is. Daarom is de loper naar e7 gespeeld. Wie vraagt wat de loper dan op e7 doet verwijs ik naar de paragraaf over mysterieuze zetten van Nimzowitsch. Zeker bij het geacheveerde speeltempo van de partij in kwestie, 1:20 voor de hele partij, is het voordeel van een paar kwartier bedenktijd die de tegenstander neemt om te overpeinzen wat van Le7 het doel zou kunnen zijn, mooi meegenomen. Wat speelt men hier... Snel, snel, nietwaar? Wit krijgt zometeen een veelbelovende aanval door h5. Zwart dreigt b4 (Pb1) en Dxa2. Eerst maar even Kb1, waarna de hele verdere partij zich op de Koningsvleugel zal afspelen?

2.Kb1 bxc4 3.Pxc4 Dxc3 En dat was een stuk, helaas... En nu komt het. Wie slecht doet slecht ontmoet. In de eerste plaats kun je geheel onverdiend wegens geluk in de stelling het stuk terugkrijgen. 4.Ld2 Dd4 5.Le3 Dc3 6.Ld2 en zwart kan alleen nog 6...Pxe4 spelen. En in de tweede plaats wordt de uitslag van de partij eerder bepaald door de onzekere hand van de nerveuze hengelaar, die zijn vis op het droge wil krijgen en vanaf nu à tors et à travers remise zal gaan vermijden, dan door de objectieve werkelijkheid op het schaakbord (naar Bouwmeester). Ik kreeg op andere, gelijkaardige wijze het stuk terug en mijn remise-aanbod werd aanvaard. De wereld is net zo slecht als ik zelf ben. Toch? Heel goed.
½-½

de Delftsche SchaakClub
de grootste, actiefste en gezelligste schaakclub van Delft

jeugd [ma 18:30-20:00]
Er is op 5 niveau's schaaktraining. Daar­na is er competitie, of een van de vele andere activiteiten.

senioren [ma 19:45-01:00]
De grote interne competitie heeft schakers van elk niveau. Ook zijn er veel andere activiteiten.

copyright
© 2002-2024 Delftsche SchaakClub

powered by
WoltLab GbR, Tjip BV & 2B Insite

software
FirstClassWebsite v1.6.1124.1
DSS v2.9.0701.1
WoltLab Burning Board
GNU WebChess

statistieken
Nedstat Basic  nedstat

disclaimer, privacy politiek, sitemap