97: Talsma
Vijftien tot twintig jaar geleden was Paul Talsma een jong talent. Kanshebber bij jeugdkampioenschappen, hoofdklassespeler bij DD, partijen van hem verschenen in Schakend Nederland, dat soort werk. Hij studeerde in Delft. Een plezierig iemand en een handig schaker, die veel tactische grappen zag, een goed vluggeraar en ad-rem praatschaker. Bij een van de vele vluggertjes meldde de witspeler in de laatste minuut dat de zwarte koningsstelling nu opgeblazen werd en niet meer te houden kon zijn en voegde daaraan toe: Reeds bespeurt men een lijkenlucht bij de zwarte koning. Je zult je vanochtend wel weer niet hebbûh gewassûh riposteerde Talsma koeltjes counterend, en terwijl de toeschouwers en de witspeler zich de tranen van het lachen uit de ogen wisten, overschreed wit de tijd. Talsma had maar één nadeel: zijn eindspel was heel verzorgd. Wie de tactische grapjes had overleefd en half struikelend naar een bijna houdbaar eindspelletje had afgewikkeld, werd vervolgens toch nog van het bord getikt. Op ons niveau gebeurt dat niet zo vaak.
Hij ging wat anders studeren en stopte met schaken. Maar afgelopen jaar dook zijn naam weer op als eerste bordspeler van Leiderdorp. Dat zat in dezelfde poule als waarin DSC II speelde! Daar mochten we in de laatste ronde in mei naar toe. Ik heb voor de partij onze partijen even nagelopen en tegen hem niks geavontuurd, zeer zorgvuldig remise gemaakt mede uit teambelang.
Uit onze serie spitsvondige treffens uit de jaren 80 een aardig spelmoment. Zwart aan zet. Wat denkt U, zou Pd7-e5 goed zijn?
Antwoord: Jazeker, Pe5 is heel goed, vooral voor wit! Er volgt 2. Lxe5 dxe5 3. Txg7 Kxg7 4. Dg2+ en 5. Txd8. Dat zei ik, tactische grapjes!