115: Kramnik en Sander P.
In januari 2011, tijdens het Tata Steel Schaaktoernooi (het vroegere Hoogovensschaaktoernooi) verloor Kramnik een partij van Carlsen met wit na een Bogo-Indische opening.
Dat is een ongelooflijke uitslag. Bogo-Indisch, dat ontstaat na 1. d4, 
f6 2. c4, e6 3. f3 of g3, 
b4+ 4. d2, is niet bepaald een opening die zwart veel winstkansen geeft. Carlsen vervolgde dan ook nog eens met 4... b4xd2+. De loperruil d2:+ genoot de voorkeur van de naamgever Bogoljubow, een grootmeester van wereldklasse uit de periode rond 1930. Bogoljubow speelde enkele malen een match met Aljechin om het wereldkampioenschap, maar hij verloor ze alle; daarna mocht Euwe spelen tegen Aljechin in 1935 en het resultaat van die match is meer bekend.
4..., d2:+ is de minste variant in deze stelling. Bogoljubow ('Boggie' voor zijn tijdgenoten) kreeg dan ook weinig navolgers. Ulf Andersson was rond 1975 een der zeer weinigen. Hij speelde de variant wel, maar hij was dan ook een begaafd verdediger die de stellingen uit deze variant geruisloos en zonder inspanning naar remise voerde, met de idee zijn energie te sparen voor de witpartij van morgen! Ulfje is een uitzondering. Spelen voor slechts een resultaat (remise) wordt door spelers van gelijke sterkte vermeden.
Bogo-Indisch leidt tot relatief meer remises tussen gelijkwaardige spelers, de winst- en verliespercentages zijn wat minder. Euwe was niet erg te spreken over het Bogo-Indisch (in zijn Losbladige schaakberichten nam hij de rubriek Bogo-Indisch op 'om redenen van systematiek'!) maar de opening scoort volgens databases niet slechter dan andere half-gesloten openingen. Maar dan wel met andere zetten dan 4...d2:+! Gespeeld worden wel 
d8-e7, b4-e7 (ziet eruit als een grappige vergissing), a7-a5 en c7-c5.
Terug naar Kramnik-Carlsen. Wat heeft Carlsen bewogen nu juist deze variant te spelen? Toen ik d2: zag, dacht ik dat het een gemakkelijk dagje voor Kramnik zou worden, en als-t-ie zijn best doet een soepele overwinning. Cadeautje! Ik heb de partij met ongeloof gevolgd. Waarlijk, zo mag een oud-wereldkampioen toch niet spelen! Kramnik moet zich bijzonder onbehaaglijk hebben gevoeld in die positie, de openingsvariant lijkt een psychologische voltreffer van Carlsen. Ik begrijp er niets van. Carlsen heeft natuurlijk heel goed gespeeld, maar hij is wel van ver gekomen.
Ik vermoed dat Kramnik met pijn aan deze Bogo-Indische partij zal terugdenken.
Iemand anders die met pijn aan een Bogo-Indische partij terug denkt is Sander P.
Sander speelde rond 1992 met zwart een Bogo-Indische opening en koos voor de variant met 4... c7-c5. Na de 10e zet van wit was de stelling als volgt:
Zwart dacht hier geruime tijd na, en koos ervoor de spanning in de stelling te handhaven. Hij besloot uiteindelijk tot 10...
d8-d6. (Kijk maar even of dat niet een rekenvoutje is). Ja hoor, dat is een rekenvoutje! Er volgde 11. c4xd5, e6xd5; 12. d2xe4, d5xe4; 13. Pf3-g5. Dat valt pion e4 dubbel aan, en daar f7-f5 faalt op 14. d1-b3+ en g5-f7+ valt pion e4. Zwart kan niets beginnen met zijn 'pionnenmeerderheid' abb tegen wit ab, hij staat in feite twee centrumpionnen achter. De partij was dan ook bijtijds afgelopen. Het jaar erna speelde Sander de variant opnieuw. De diagramstelling werd snel bereikt en nu komt natuurlijk de verbetering. Zwart nam de tijd, rekende nog eens goed, controleerde zijn berekeningen en speelde 10...,
d8-d6!. Wit geneerde zich niet, speelde cd5: e4: en g5 - hier sprak Sander 'Nee toch!' - en incasseerde genadeloos het punt.