Delftse SchaakSite - Rekenvout

101: Drie velden!

Allereerst welgemeende dank aan de redactie voor hun werk aan mijn en andermans rekenvoutjes in het vorige Axioma. Dank ook aan de auteurs, het is niet altijd gemakkelijk om openbaar te maken waar je de fout bent ingegaan.

Postume dank ook aan voorgaande redacties voor hun werk om al mijn rekenvoutjes netjes te vereeuwigen. De eerste was uit 1968, nu 33 jaar geleden. In een tientallenwedstrijd (tweede klasse KNSB was toen nog tientallen) voerde mijn tegenstander een kleine combinatie uit, goed voor een kleine kwaliteit. Maar díé had ik gezien, en ik had verder gezien, een speler van mijn niveau ziet altijd één zet verder! Na afloop van zijn combinatie had ik een mooie stukwinst klaarliggen.

Helaas had mijn tegenstander daarop ook nog iets, te weten: mat in één. Ja Kees, een speler op jouw niveau ziet altijd één zet verder, ook als je er twee zou moeten zien! Mijn goede naam zal nog jaren verbonden worden aan Rekenvoutjes. Terecht natuurlijk, ik heb het talent daarvoor.

Maar nu iets anders. Voor deze keer heb ik de naam van de rubriek aangepast. Ik heb een dameëindspel voor U. De hemel sta me bij, zie ik sommigen denken, een zeeslang van een ziljoen zetten en met tig schaakjes. Het valt mee, in onderstaande stelling moeten er slechts twee vragen gesteld worden, en wel:
- Waar maken we de vrijpion?
- Waar hoort de witte dame?



Wit is aan zet, en om de situatie duidelijk te maken: in de wedstrijd tegen Oegstgeest staan we met 4-3 voor en de twee andere partijen staan minder.

Ik stel dus dat die twee vragen van primair belang zijn. Dat is op zich al een punt: welke vragen moet men zich stellen? Wie in staat is de juiste vraag te stellen, heeft kans het goede antwoord te verzinnen - wie niet eens de goede vragen stelt komt nooit bij het goede antwoord en moet zich verlaten op intuïtie of het toeval. Andere vragen, zoals bijvoorbeeld: waarheen spelen we de koning, zijn minder belangrijk omdat het antwoord daarop afhankelijk is van de antwoorden op die twee belangrijkste vragen.

In de eerste plaats: de idee, op de koningsvleugel een vrijpion te synthetiseren, en niet op de damevleugel, is niet zo moeilijk te vinden. De witte koningsvleugel is niet brand- en inbraakvrij, en als wit een vrijpion maakt op de damevleugel zal ooit de witte dame rond b5 bezig zijn. Op dat moment heeft zwart allerlei eeuwig schaakmechanismen.
Met witte pionnen op e4, f2, g3 en h4 zou dat heel anders hebben gelegen. In dat geval wint wit geruisloos door het plan b3-4-5x5-6-7-8 uit te voeren. Nu echter de pionnenstructuur op de koningsvleugel toch niet meer dienst kan doen als robuuste en stabiele bescherming, kiezen we de e-pion uit als kandidaat-vrijpion!

In de tweede plaats: de dame hindert het best op drie velden afstand van de kritieke plek. Dat ligt even moeilijker en is misschien wel onhandig geformuleerd. Ik bedoel: als wit de witte koning op g2 wil handhaven, staat de dame beter op d2, d5 of g2, dan op e2, e4 of g4. Ik heb deze regel nooit in de literatuur gevonden, maar hij is langzamerhand gebaseerd op tamelijk veel ervaring.

Awerbach, bijvoorbeeld, wijst in zijn eindspelboek in varianten wel op een ’beste’ veld om de dame neer te zetten of om schaak te geven - ook op die drie velden afstand! - maar deze relatieve regel ontbreekt nog in de literatuur (maar ook ditmaal zal de Nobelprijs wel weer aan mij voorbij gaan). Waar is in deze stelling de kritieke plek? Dat komt, dat komt, dat zien we nog wel.

Met behulp van deze twee regels kon ik de partij tamelijk snel verder spelen.

1.Kg3 h5 2.e4 Db6 3.Kg2 Db5 4.De3 Dc6 Kijk maar even, dat bedoelde ik nu met 'de koningsvleugel is niet brand- en inbraakvrij'. Hier dreigt zwart weer met insluiping op c2 gevolgd door ontvreemding van waardevol materiaal.

5.e5 Dc2+ 6.Df2 Df5 7.Dc5 Dxf4 8.De7+ Kg8 9.Dxf6 Na 9.exf6 is de vrijpion inderdaad niet meer te stoppen. Jammer genoeg loopt dat uit op eeuwigschaak via d2 en g5.

9...Dd2+ 10.Kh3 Dd3 11.e6 Na tig zwarte schaakjes zou de witte koning ontsnappen via g6 of h6. Zwart maakt dus eerst dat gaatje dicht.

11...Kh7 12.Df7+ Kh6 13.Df4+ Kg7 14.De5+ Kh7 Kijk, in deze stelling moet de witte dame vanzelfsprekend de vrijpion ondersteunen, maar ze kan niet ook èn pion f3 èn pion h2 blijven dekken. Eén van beide zul je dus verliezen. Ik wil de witte koning laten ontsnappen via e8. Drie velden afstand - dan lijkt me e5 het aangewezen veld, en ik dek dus h2 en niet f3. De stelling zal wel gewonnen zijn, maar door deze techniek speelt het zich eigenlijk vanzelf, dat bleek ook uit het tijdverbruik.

15.Kg3 Df1 16.e7 Dg1+ 17.Kh4 Df2+ 18.Kg5 Dg2+ 19.Kf6 Dxf3+ 20.Ke6 Dc6+ 21.Kf7 Df3+ 21...Df3+ We zouden de dame een veld naar voren kunnen schuiven. Toen ik dit eindspel liet zien aan clubgenoten, werd onmiddellijk Df6 gesuggereerd. En dat lijkt me niet zo goed. Er zijn twee nadelen aan. Ten eerste stelt mijn regeltje dat de dame op e6/f6 de tegenstander minder hindert en ten tweede staat wit na 22.Df6 Dd5+ 23.Kf8 Dg8 mat. Ik hoop dat beide argumenten overtuigen.

22.Ke8 Da8+ 23.Kd7 Db7+ 24.Kd6 Db4+ 24...Db6+ 25.Kd5 Db5+ 26.Kd4 Db4+ kan de pionnenformatie op de damevleugel wel als bescherming gaan dienen. Mijn tegenstander en ik hadden beiden een lange en kansloze variant gezien na 26...De8. Bovendien had zwart geen 5 minuten meer, en wit nog 40.

25.Kc6! en zwart gaf op.

De 5-5 eindstand stond al in het vorige Axioma.

de Delftsche SchaakClub
de grootste, actiefste en gezelligste schaakclub van Delft

jeugd [ma 18:30-20:00]
Er is op 5 niveau's schaaktraining. Daar­na is er competitie, of een van de vele andere activiteiten.

senioren [ma 19:45-01:00]
De grote interne competitie heeft schakers van elk niveau. Ook zijn er veel andere activiteiten.

copyright
© 2002-2024 Delftsche SchaakClub

powered by
WoltLab GbR, Tjip BV & 2B Insite

software
FirstClassWebsite v1.6.1124.1
DSS v2.9.0701.1
WoltLab Burning Board
GNU WebChess

statistieken
Nedstat Basic  nedstat

disclaimer, privacy politiek, sitemap