Corniel 
webcommissie
 

geregistreerd: 28-01-2002
aantal berichten: 4451
 |
|
Aangezien er afgelopen zaterdag iets mis ging met de notatie (het is ditmaal geheel langs mij heen gegaan) misschien handig om hier een discussie te starten (die andere draad is daar misschien niet de meest geeingende plaats voor.
QuoteAfkomstig uit het FIDE-reglement
Artikel 8: Het noteren van de zetten- Tijdens de partij is elke speler verplicht zijn eigen zetten en die van zijn tegenstander op de juiste wijze te noteren, zet na zet, zo duidelijk en leesbaar mogelijk, in de algebraïsche notatie (aanhangsel E), op het notatieformulier dat voor de wedstrijd is voorgeschreven.
Een speler mag een zet van zijn tegenstander beantwoorden alvorens die te noteren, als hij dit wenst. Hij moet zijn vorige zet opschrijven voordat hij een nieuwe doet. Het aanbieden van remise moet door beide spelers worden genoteerd (E12).
Als een speler niet in staat is te noteren, dan wordt de hem toegewezen bedenktijd bij het begin van de partij zoveel verminderd als de arbiter juist acht.
- Het notatieformulier moet tijdens de hele partij zichtbaar zijn voor de arbiter.
- De notatieformulieren zijn eigendom van de organisator van de wedstrijd.
- Als een speler minder dan 5 minuten over heeft op zijn klok en er niet minstens 30 seconden per zet wordt toegevoegd, dan is hij niet verplicht zich aan de vereisten van artikel 8.1 te houden. Onmiddellijk nadat een vlag is gevallen, moet de speler zijn notatieformulier volledig bijwerken, alvorens een zet op het schaakbord te doen.
- a) Als beide spelers volgens artikel 8.4 niet behoeven te noteren, dan moet de arbiter of een assistent proberen aanwezig te zijn en te noteren. In dit geval moet de arbiter de klokken, onmiddellijk na het vallen van een vlag, stilzetten. Beide spelers moeten dan hun notatieformulier bijwerken, gebruik makend van het formulier van de arbiter of van de tegenstander.
b) Als slechts één speler volgens artikel 8.4 niet behoeft te noteren, dan moet hij zijn notatieformulier volledig bijwerken zodra een vlag is gevallen alvorens een zet op het schaakbord te doen. Indien hij zelf aan zet is, mag hij het formulier van zijn tegenstander gebruiken, maar hij dient dit terug te geven alvorens een zet te doen.
c) Als er geen volledig notatieformulier beschikbaar is, dan moeten de spelers de partij reconstrueren op een tweede schaakbord onder toezicht van de arbiter of een assistent. Hij dient eerst de bereikte stelling in de partij, de kloktijden en het aantal gedane zetten, als deze informatie beschikbaar is, te noteren, alvorens de reconstructie plaatsvindt.
- Als niet kan worden aangetoond dat een speler het vereiste aantal zetten heeft gedaan, omdat de notatieformulieren niet kunnen worden bijgewerkt, dan wordt de eerstvolgende zet beschouwd als de eerste van de volgende periode, tenzij het duidelijk is dat er meer zetten zijn gedaan.
- Aan het eind van de partij dienen beide spelers beide notatieformulieren te ondertekenen, waarbij de uitslag van de partij wordt aangegeven. Zelfs als dit incorrect is, blijft deze uitslag gehandhaafd tenzij de arbiter anders beslist.
Comform artikel 8.5 dient de arbitrage iemand aan tegeven die de notatie bijwerkt. Het staat er niet direct, (maar wel indirect) de persoon die met deze taak belast is dient daarvoor een ander notatieformulier te gebruiken dan dat van een van de spelers. (Ja, ik heb dat onlangs zelf fout gedaan).
__________________ stukken in het gras
ik zag stukken in het gras - en paarden grazen
en een zwarte dame
ik hoopte - dat jij het was
|
|
20-12-2004 14:35 |
|
Untagonklik 
Erelid
    

geregistreerd: 07-03-2002
aantal berichten: 3279
 |
|
QuoteOriginally posted by Michiel
Hoezo overdrijven? Zoals bij veel internationale toernooien ingevoerd is, wordt het publiek daar d.m.v. de bekende touwen op veilige afstand gehouden. Erg verstandig, zoals maar weer eens blijkt en ook andere zaken worden dan voorkomen, zoals het verplaatsen van stukken, voorzeggen (dat zou dan voor-schreeuwen moeten worden) en ga zo maar door. Ook een stuk rustiger voor de spelers; nu loopt jan en alleman maar rond en dat is niet erg bevorderlijk voor de concentratie.
Ook naar mijn mening is dit een overdreven reactie van Michiel. Ik zou er niet aan moeten denken met DSC3 (of een ander DSC-team) achter touwen te moeten spelen. Let wel, het gaat hier om team-wedstrijden, je vertegenwoordigd een club. Dan hebben de clubgenoten naar mijn mening ook het recht de wedstrijden te volgen. Bij de internationale toernooien waar Michiel aan refereert gaat het om individuele spelers die een toernooi spelen, of om bijvoorbeeld landenwedstrijden. Daar is geen thuis- en uit-ploeg.
Als er een afscheiding zou moeten komen bij DSC1, zou dat ook bij DSC9 moeten, het gaat immers om precies hetzelfde: clubcompetitie. Op welk niveau maakt niet uit, de gevolgen zijn hetzelfde. Maar we zijn gewoon allemaal amateurs die voor onze lol een potje schaken, en het leuk vinden om de prestaties van onze clubgenoten te volgen. Dat daarbij wel eens iets mis gaat (bijna altijd goedbedoeld), hoort erbij. Wat dat betreft sluit ik mij graag aan bij de wijze woorden van Kees:
QuoteOriginally posted by winfvdm
Ik werkte op het bord ernaast. Ook ik heb me druk gemaakt over die curieuze actie.
Laten we het probleem niet erger maken dan het is. Ik zou het echter op prijs stellen als dit gedrag duidelijk en aantoonbaar afgekeurd wordt.
__________________ Doch dyn plicht en lit de lju mar rabje.
|
|
20-12-2004 15:27 |
|
Upperdog 
Coordinator HSB competitie
 
geregistreerd: 06-02-2004
aantal berichten: 946
 |
|
|
20-12-2004 16:23 |
|
Untagonklik 
Erelid
    

geregistreerd: 07-03-2002
aantal berichten: 3279
 |
|
Ik ga vanavond eens rustig aan de betrokkenen vragen wat er nou precies gebeurd is. Ik zat naast Kees (dus twee borden verder), maar mij is het zaterdag volledig ontgaan. Op 1 puntje wil ik wel reageren:
QuoteOriginally posted by Michiel
We hebben nog geluk gehad, dat de arbiter niet 2x een 10-0 voor de tegenstanders op het bord heeft laten komen! Ik heb de indruk dat dit niet erg goed overkomt en men het afdoet als 'ach, kan gebeuren, volgende keer gebeurt het niet'.
Ongeacht wat er is gebeurd, een arbiter kan nooit een wedstrijd of zelfs maar een partij verloren verklaren wegens inmenging van derden. Hij kan de persoon die storend optreedt de zaal uitsturen, maar dat kan geen gevolgen hebben voor de betrokken partij of de wedstrijd.
Verder, op verzoek van de voorzitter:
QuoteE. De notatie van schaakpartijen
FIDE erkent voor haar eigen toernooien en matches slechts één systeem van noteren, het algebraïsch systeem, en beveelt het gebruik van deze uniforme schaaknotatie ook aan voor boeken en tijdschriften. Notatieformulieren met een andere notatie mogen niet worden gebruikt als bewijs in gevallen waarin normaal het notatieformulier van een speler daartoe wordt gebruikt. Een arbiter die ziet dat een speler een andere notatie gebruikt, moet hem wijzen op wat vereist is.
Beschrijving van het Algebraïsch Systeem
E1. Elk stuk wordt aangeduid door de beginletter -een hoofdletter- van zijn naam, Voorbeelden: K = koning, D = dame, T = toren, L = loper en P = paard.
E2. Een speler mag als eerste letter de letter gebruiken van de naam die gemeengoed is in zijn land. In gedrukte publicaties wordt het gebruik van figurines aanbevolen.
E3. Pionnen worden niet aangeduid door een beginletter; ze zijn herkenbaar door het ontbreken van zo'n letter. Voorbeelden: e5, d4, a5.
E4. De acht lijnen zijn (voor wit van links naar rechts, voor zwart van rechts naar links) aangeduid door de kleine letters a, b, c, d, e, f, g en h.
E5. De acht rijen zijn (voor wit van onder naar boven, voor zwart van boven naar onder) genummerd met 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8. In de beginopstelling staan de witte stukken dus op de 1e en 2e rij, de zwarte op de 7e en 8e rij.
E6. Uit het voorgaande volgt dat elk veld onveranderlijk wordt aangeduid door de combinatie van een letter en een cijfer.
8 a8 b8 c8 d8 e8 f8 g8 h8
7 a7 b7 c7 d7 e7 f7 g7 h7
6 a6 b6 c6 d6 e6 f6 g6 h6
5 a5 b5 c5 d5 e5 f5 g5 h5
4 a4 b4 c4 d4 e4 f4 g4 h4
3 a3 b3 c3 d3 e3 f3 g3 h3
2 a2 b2 c2 d2 e2 f2 g2 h2
1 a1 b1 c1 d1 e1 f1 g1 h1
a b c d e f g h
E7. Elke zet wordt aangeduid door: (a) de beginletter van het stuk, en (b) het veld van aankomst. Tussen (a) en (b) wordt geen koppelteken geplaatst. Voorbeelden: Le5, Pf3, Td1. Bij pionzetten wordt alleen het aankomstveld genoteerd. Voorbeelden: e5, d4, a5.
E8. Wanneer een stuk slaat, wordt een x geplaatst tussen (a) de beginletter van het stuk, en (b) het veld van aankomst. Voorbeelden: Lxe5, Pxf3, Txd1. Wanneer een pion slaat, wordt niet alleen het aankomstveld opgeschreven, maar ook de lijn van vertrek. Voorbeelden: dxe5, gxf3, axb5. Als een pion 'en passant' slaat, dan is het aankomstveld het veld waar de pion na deze zet staat en wordt 'e.p.' aan de notatie toegevoegd. Voorbeeld exd6 e.p..
E9. Wanneer twee identieke stukken naar hetzelfde veld kunnen worden verplaatst, wordt de zet als volgt genoteerd:
1) indien beide stukken op dezelfde rij staan door (a) de beginletter van het stuk, (b) de lijn van vertrek en (c) het veld van aankomst;
2) indien beide stukken op dezelfde lijn staan door (a) de beginletter van het stuk, (b) het nummer van het veld van vertrek en (c) het veld van aankomst;
3) indien de stukken op verschillende lijnen en rijen staan, dan heeft methode (1) de voorkeur.
Indien er sprake is van slaan, wordt een x ingevoegd tussen (b) en (c).
Voorbeelden:
1) er zijn twee paarden, op g1 en e1, een ervan gaat naar f3: Pgf3 resp. Pef3;
2) er zijn twee paarden, op g5 en g1, een ervan gaat naar f3: P5f3 resp. P1f3;
3) er zijn twee paarden, op h2 en d4, een ervan gaat naar f3: Phf3 resp.Pdf3..
Als er op f3 iets wordt geslagen, dan veranderen bovenstaande notaties door invoeging van een x: (1) Pgxf3 resp. Pexf3; (2) P5xf3 resp. P1xf3; (3) Phxf3 resp. Pdxf3.
E10. Wanneer twee pionnen hetzelfde stuk of dezelfde pion van de tegenstander kunnen slaan, wordt de zet aangeduid door: (a) de letter van de lijn van vertrek, (b) een x, (c) het veld van aankomst. Voorbeeld: op c4 en op e4 staat een witte pion. Op d5 staat een zwarte pion of een zwart stuk. De notatie van de witte zet is cxd5 resp. exd5.
E11. In geval van promotie van een pion wordt de feitelijke pionzet genoteerd, onmiddellijk gevolgd door de beginletter van het nieuwe stuk. Voorbeelden: d8D, f8P, b1L, g1T.
E12. Een remiseaanbod wordt genoteerd als (=).
Belangrijke afkortingen:
0-0 = rokade met toren h1 of toren h8 (korte rokade)
0-0-0 = rokade met toren a1 of toren a8 (lange rokade)
x = slaan
+ = schaak
++ of # = mat
e.p. = 'en passant' slaan
Voorbeeldpartij:
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.Ld2 0-0 5.e4 d5 6.exd5 exd5 7.cxd5 Lxc3 8.Lxc3 Pxd5 9.Pf3 b6 10.Db3 Pxc3 11.bxc3 c5 12.Le2 cxd4 13.Pxd4 Te8 14.0-0 Pd7 15.a4 Pc5 16.Db4 Lb7 17.a5 ....etc.
__________________ Doch dyn plicht en lit de lju mar rabje.
This post has been edited 2 time(s), it was last edited by Untagonklik on 20-12-2004 at 16:36.
|
|
20-12-2004 16:29 |
|
Torenstra jr. 
Oud-lid
    

geregistreerd: 29-11-2002
aantal berichten: 1718
 |
|
|
20-12-2004 17:14 |
|
|