Delftsche Schaakclub "De Ridder" |
|
Groesbeek kwam heel langzaam dichterbij. Het gesprek in de auto ging over koetjes en kalfjes. Toen de hele Nederlandse veestapel doorgenomen was, sprak Ted: ik zoek nog een naam voor de club.
En omdat Groesbeek nog ver was, lei hij uit dat Axioma, de naam van ons onvolprezen clubblad, verwees naar een stelling. Een wiskundestelling weliswaar, maar een stelling is toch een ding dat schakers kennen. Na de rituele bespreking of schaken een vorm van wiskunde is, zei Ted: ik zoek dus nog een naam voor de club.
We zijn de Delftsche Schaakclub, maar dat is geen naam. We hebben geen naam. Die club waar we heen gaan, die heet PION. Die spelen in Groesbeek, dat is nog een heel eind rijden. En wij stemden in, 't is nog een heel eind. Zullen wij onze club de naam Pion geven? Delftse Schaakclub De Pion!
Pion is herkenbaar, bescheiden, sympathiek, wat wil je nog meer? Maar terwijl het verre Groesbeek, waar al een PION is, ons naderde, herinnerden wij ons 't Pionneke Rotterdam, Pion Roosendaal, een overdaad aan pionnen werd genoemd, en wij zeiden dat er al teveel pionnen zijn, dat die naam toch niet zo geschikt was.
En Ted zei: we moeten zoeken naar een naam voor de club. En wij zeiden: Delftse Schaakclub De Delftse Schaakclub! De naam is herkenbaar, bescheiden en sympathiek, maar Ted zei: dat is te moeilijk. DSC De DSC, dat bekt niet.
En terwijl Groesbeek ons naderde, vonden wij: Delftse Schaakclub De Pineut! Grote vreugde ontstond in de auto, want de naam is herkenbaar, bescheiden en sympathiek, maar Ted zei: ik zoek een ANDERE naam voor de club.
En terwijl Groesbeek steeds duidelijker werd, riepen wij: Delftse Schaakclub De Ridder! Dan spelen wij onze wedstrijden in De Ridderzaal! De naam is onherkenbaar (want er is nooit een Ridder van Delft geweest), onbescheiden (Bescheidenheid ist eine Zier, doch weiter kommt man ohne ihr) en onsympathiek, dus de naam heeft alles mee!
Maar terwijl wij de afslag Groesbeek aan ons voorbij lieten gaan, zei Ted: Kweenie, we moeten het maar eens aan de leden voorleggen.
Toen zijn wij gestopt. We hebben de wereld even laten draaien, zodat de afslag de wij zojuist voorbij hadden laten gaan, nogmaals langs kwam. En wij hebben de wereld vanuit de afslag verder laten draaien en zijn tenslotte uitgestapt om de dingen te gaan doen, die schakers gewoon zijn om te doen.
__________________ Als je de Dame bent in het schaakspel, sla dan maar flink om je heen
(Zie ook Rekenvout 125)
|