fischer randomschaak
Fischer randomschaak is een schaakvariant die is bedacht door oud-wereldkampioen Bobby Fischer.
De beginopstelling bij Fischer randomschaak staat niet vast. De computer plaatst de witte stukken in willekeurige volgorde op de eerste rij. Er zijn een paar randvoorwaarden: de lopers staan niet op velden van dezelfde kleur en de koning staat ergens tussen de twee torens. De pionnen staan op hun normale velden. De zwarte stelling is een spiegelbeeld van de witte stelling. Op deze manier zijn er 960 beginopstellingen mogelijk, die allemaal even waarschijnlijk zijn.
Het rokeren gaat in principe hetzelfde als bij normaal schaken, behalve dat de koning en toren een ander beginveld kunnen hebben. Maar als een speler rokeert komen koning en toren op dezelfde velden terecht als bij normaal schaken, dus op de velden g1 en f1 of op de velden c1 en d1. Verder gelden alle regels die in normaal schaak ook gelden bij de rokade: je mag niet rokeren als je schaak staat, of de koning verplaatsen over een veld dat aangevallen wordt. En de toren en koning mogen niet eerder gezet zijn.
Een apart voorbeeld van rokeren ontstaat als koning en toren op b1 en a1 beginnen. De lange rokade (0-0-0) heeft dan tot gevolg dat de koning op c1 en de toren op d1 belandt.
Het voordeel van Fischer randomschaak is dat alle theorie die in de loop der jaren over de verschillende openingsopzetten bekend is geworden, nutteloos is. Een speler kan dus geen voordeel meer halen uit het bestuderen van openingen, maar zal van begin af aan moeten vertrouwen op het eigen inzicht.