DSC1 tweede na ruime overwinning op DD 1
Het eerste team van DSC heeft het seizoen afgesloten met een ruime 5½-2½ overwinning op DD 1. Bij een overwinning van 5-3 (of meer) zou DSC de Hagenaars op de ranglijst passeren, maar moest afgewacht worden of Oegstgeest in Rotterdam punten zou laten liggen. Oegstgeest won echter, en is daarmee kampioen van de klasse.
De wedstrijd begon met een vlotte remise van Marten Wortel. Marten overzag in de opening een bekend thema in de opening. Het betekende dame-verlies. Hij kreeg er wel een toren en een paard voor terug, maar goed stond hij allerminst. Zijn tegenstander dacht echter te vroeg de buit binnen te hebben. In de overtuiging een winnende variant te hebben had hij een tussenschaak van Marten gemist. Toen hij het wel zag kon hij een opgespeeld paard niet meer redden, en moest hij wel genoegen nemen met zetherhaling.
Arend van Dop was de tweede die een halfje aan het DSC-totaal toevoegde. Arend kwam wat moeizaam uit de opening, waarna hij de stelling maar openbrak. Zijn tegenstader wist daar geen voordeel uit te halen, en met wederzijdse tijdnood naderend werd tot remise besloten.
Jan-Peter van Zandwijk en Gert Legemaat brachten DSC vervolgens op een comfortabele voorsprong. Gert had vanuit de opening een pion voorsprong, maar de stelling op het bord was lastig. Toen zijn tegenstander na een subtiele zet van Gert een dreiging overzag moest deze een dame inleveren tegen twee stukken. Daarna was het snel gebeurd.
Jan-Peter had eveneens een scherpe stelling op het bord. Het oogde op momenten niet zo goed omdat Jan-Peter ontwikkelingsachterstand had. Het was echter de witte koningsonveiligheid die beslissend bleek in de stelling. Jan-Peter kon profiteren van het gebrek aan vededigende houtjes rond de witte monarch en bracht DSC op 1-3.
Bij Joram op den Kelder kwam na een spannende pot eeuwig schaak op het bord. Joram won in het middenspel een pionnetje, maar wits dame kwam binnen bij de zwarte koning. Die moest tevens een paard blijven dekken. Het resultaat was een half punt.
De 1½-3½ bleef de nodige tijd op het bord staan. Kees van der Meer had op bord zes een middenspel met wellicht een klein minnetje. Op bord twee was Leo Hofland een slechte opening teboven gekomen en stond in een iets beter eindspel, en op bord drie haalde Chiel van Oosterom de tijdcontrole net met een pionnetje meer in een niet zo solide-ogende stelling. De taxatie van de teamleider dat drie halfjes moesten kunnen bleek geen goede. Alle drie de partijen kenden een winnaar.
Als eerste was Kees van der Meer klaar. Kees had lange tijd een gelijkwaardige stelling gehad. Hij leek echter af te wikkelen naar een stelling met de dames op het bord waarin hij een iets beter paard erbij had, en zijn tegenstander een iets mindere loper. Alle stukken gingen echter van het bord, waarna hij in een verloren pionneneindspel terecht kwam.
Op bord twee won Leo Hofland. Leo had in de opening een witte zet overzien en was gedrukt komen te staan. Hij had een pion gegegeven om een stevige stelling in te kunnen nemen, waarop wit de dame-vleugel had dichtgeschoven. Dat vergemakkelijkte Leo's verdediging. Toen wit vrijwillig de dames ruilde waren al Leo's problemen voorbij en stond hij waarschijnlijk al ietsje beter. Wit ruilde echter ook nog de torens, waarna Leo een beter eindspel had dat hij vervolgens won.
Chiel van Oosterom was als laaste bezig. Nadat hij de tijdcontrole gehaald had ging hij er eens goed voor zitten. De stelling leek niet veel beter voor Chiel, maar langzaam maar zeker kwam hij wat beter te staan. Het duurde tot de tweede tijdnoodfase, maar toen was zijn stelling dusdanig verbeterd dat hij de winst binnen kon halen.
De einduitslag werd daarmee 2½-5½. Daarmee bleken zowel DD 1 als DSC1 naast de titel te grijpen. Oegstgeest won met 4½-3½ van Rotterdam 2, en eindigde daarmee een matchpunt voor beide HSB-teams.
DD 1 | 2154 | - | DSC1 | 2198 | 2½-5½ | |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Rogier van Egmond | 2231 | - | Marten Wortel | 2334 | ½-½ |
2 | Henk Happel | 2173 | - | Leo Hofland | 2190 | 0-1 |
3 | Gerrit Prakken | 2188 | - | Chiel van Oosterom | 2336 | 0-1 |
4 | Edgar Blokhuis | 2297 | - | Joram op den Kelder | 2172 | ½-½ |
5 | Ronald Dickhoff | 2134 | - | Arend van Dop | 2183 | ½-½ |
6 | Jean Paul Drenth | 2115 | - | Kees van der Meer | 2044 | 1-0 |
7 | Hans Segers | 1999 | - | Gert Legemaat | 2161 | 0-1 |
8 | Lars Vistisen | 2098 | - | Jan-Peter van Zandwijk | 2167 | 0-1 |