Delftse SchaakSite - de geschiedenis van de Delfsche SchaakClub

1945-1960

de wederopbouw

Direct na de bezetting is er een enorme groei van het aantal leden. De tijd van de herensociëteit is voorbij, en het aantal leden stijgt rap van 50 direct na de bezetting tot 99 in 1947. Het honderste lid wil echter maar niet komen. Na een kleine terugval is het dan in 1953 zover. In het clubblad staat het vogende:

Wij passeren de honderd leden. Sinds de propaganda-avond van september is er een voortdurende toeloop van nieuwe leden gekomen, waardoor ons ledental snel de negentig passeerde en op de honderd afstevende. In 1947 bereikten we al een ledental van negenennegentig, honderd was toen een illusie; 1953 zou ons over de streep trekken. En ons honderdste lid is... een dame. Het getuigt wel van durf om binnen een kring van negenennegentig onbekende mannen een partij schaak te willen spelen en mejuffrouw A. Broerse toonde zo'n durf.

Na het jubileumjaar 1955 daalde het ledental echter weer drastisch. In 1959 werd een na-oorlogs dieptepunt bereikt met 64 leden.

De interne competitie wordt verdeeld in twee delen. In de winterwedstrijden wordt gespeeld om het clubkampioenschap. Vervolgens wordt er in de zomerwedstrijden gestreden om de Jhr. Strick van Linschoten-beker. Deze wedstrijden werden in 1 groep gespeeld. Maar bij duidelijk verschil in sterkte werd er met voorgift gespeeld. De spelers werden verdeeld in 4 klassen, en vervolgens werd er geloot voor een indeling. Spelers uit een gelijke klasse speelden zonder voorgift. Bij 1 klasse verschil speelt de sterkste speler met zwart zonder pion f7. Bij twee klassen verschil speelt de sterkste met wit zonder paard b1. Bij drie klassen verschil speelt de sterkste zonder toren a1, hij mag de pion van a2 op a3 zetten en hij mag de lange rokade uitvoeren alsof de toren op a1 er zou staan [tenzij er een ander stuk op a1 staat].

Daarnaast zijn er nog een aantal vaste activiteiten. Zo wordt het seizoen geopend met een propaganda-avond. Al in de jaren twintig was de propaganda-avond de officiële opening van het seizoen. En in feite is dat nog steeds zo. In het begin werd er een sterke speler uitgenodigd om een simultaansceance te geven. De publiciteit rondom dit evenement moest DSC bekendheid geven en op die manier nieuwe leden trekken. Nog steeds wordt het seizoen geopend met een simultaan. De eer valt tegenwoordig te beurt aan de clubkampioen.

Een andere DSC-klassieker is de kolderschaakavond. Dit evenement is ontstaan tijdens de viering van het 55-jarig jubileum van de club in 1950 en sindsdien een traditie geworden. Ter viering van de verjaardag van DSC wordt in december een avond gekolderschaakt, wat zoveel wil zeggen dat de stukken anders over het bord gaan dan normaal.

In de jaren 1945-1955 steken twee spelers met kop en schouders boven de rest uit: de heren J.G. Rijnsburger en A.J. Verhoeff. Jarenlang strijden zij om het clubkampioenschap. De eerste jaren is de heer Rijnsburger ongenaakbaar. In 1955 verlaat hij echter de club; hij emigreert naar Zuid-Afrika. Daarmee verlaat een van de sterkste schakers die DSC in haar historie heeft gekend de club. Na het vertrek van de heer Rijnsburger neemt de heer Verhoeff de voortrekkersrol over.

In 1949 ziet DSC-nieuws het licht. Dit is het eerste clubblad van DSC. De heren Don en Henneveld trekken de redactie, en de laatstgenoemde blijft jarenlang de trekker van het clubblad.

Ook ontstaat aan het einde van de jaren '50 de jeugdafdeling van DSC. Het begint met een groepje jongens die bij DSC informeren of zij schaakles kunnen krijgen. Dit wordt aangegrepen om een volwaardige jeugdafdeling op te zetten. Eén van de eerste successen is de heer J. Berendse. Hij wordt in 1959 op zeventienjarige leeftijd persoonlijk kampioen van de regio Den Haag in de promotieklasse. Na dit eerste succes zouden er nog vele volgen.

Direct na de bezetting worden de teamwedstrijden weer opgestart. In eerste instantie neemt DSC met 6 teams deel, als later het ledental daalt worden het er 4. De best scorende DSC-er in de teamwedstrijden kan vanaf 1948 een wisselbeker winnen. De toenmalige sectretaris H.H. van Dam kwam met dit initiatief. En de wisselprijs is er heden ten dage nog steeds.

DSC is na de bezettig een van de sterkste teams in de HSB. Pas in 1950 wordt voor het eerst de stap naar de KNSB gezet. Er volgt promotie naar de tweede klasse van de KNSB [de derde klasse bestond toen nog niet]. In 1952 weet DSC zelfs te promoveren naar de eerste klasse. Het tweede degradeert dat jaar echter uit de eerste klasse van de HSB, wat het gat tussen de twee teams wel erg groot maakt. Er wordt werk gemaakt van het beter maken van de reserves, en met resultaat. In 1954 kunnen liefst drie kampioenschappen worden gevierd [DSC2, 3 en 6]. Vanaf 1956 gaat het echter weer bergafwaarts. In 1959 degradeert het eerste uit de eerste klasse KNSB, en de periode eindigt helemaal in mineur als DSC1 het jaar daarop weer degradeert. Nu naar de promotieklasse van de HSB.

de Delftsche SchaakClub
de grootste, actiefste en gezelligste schaakclub van Delft

jeugd [ma 18:30-20:00]
Er is op 5 niveau's schaaktraining. Daar­na is er competitie, of een van de vele andere activiteiten.

senioren [ma 19:45-01:00]
De grote interne competitie heeft schakers van elk niveau. Ook zijn er veel andere activiteiten.

copyright
© 2002-2024 Delftsche SchaakClub

powered by
WoltLab GbR, Tjip BV & 2B Insite

software
FirstClassWebsite v1.6.1124.1
DSS v2.9.0701.1
WoltLab Burning Board
GNU WebChess

statistieken
Nedstat Basic  nedstat

disclaimer, privacy politiek, sitemap