Delftse SchaakSite - de geschiedenis van de Delfsche SchaakClub

1940-1945

ten tijde van de bezetting

In de loop van 1939 wordt het iedereen duidelijk dat er zware tijden aan gaan komen. In de voorafgaande jaren was er nog hoop dat de oorlogsdreiging afgewend kon worden, maar nadat Duitsland Polen binnenviel vervloog die hoop snel.

Eind augustus 1939 verandert er een boel in het dagelijks leven. Nederland mobiliseert, en dat heeft een grote weerslag op het dagelijks leven. In het verlengde hiervan hebben veel clubs moeite de lege plekken in hun tientallen op te vullen, en er zijn zelfs enkele verenigingen die in deze omstandigheden tot opheffing moeten besluiten.

Tijdens de bezetting spelen hele andere problemen. Omdat het verboden is na tien uur 's avonds op straat te zijn, stellen de leden zich de vraag of men niet beter op zaterdagmiddag kan gaan spelen. Er wordt echter besloten om de clubavond op de maandagavond te handhaven. Er wordt gespeeld van half zeven tot half tien. Omdat er nu minder tijd is voor de partijen en er minder mensen komen schaken, wordt besloten de winterwedstrijd in één groep te spelen. Er zijn binnen die groep wel grote niveauverschillen, en daarom wordt er ook met voorgift gespeeld. De wedstrijdsecretaris ziet er wel een voordeel in: Alle leden komen zo met elkaar in contact. De voorgiftwedstrijden beginnen met 30 deelnemers, maar dit aantal daalt tot twaalf. In de HSB-competitie speelt DSC met één team mee. het wordt tweede in klasse 2A.

In 1941 is de avondklok versoepeld: iedereen moet nu voor elf uur binnen zijn. Het komt de deelname aan de competitie ten goede. Als in het voorjaar bekend wordt dat in New York Emanuel Lasker is overleden, houdt de heer Oskam [die vaak simultaans gaf] een causerie over de mens en de schaker Lasker.

In de zomer van 1941 verhoogt de verhuurder van de speelzaal de huur met 1 gulden 50, omdat er niet genoeg genuttigd zou worden. Dit brengt de huur op 2 gulden 50, en dat betekent dat het bestuur onmiddellijk op zoek gaat naar een nieuwe speelzaal. Die nieuwe zaal wordt Ons Gebouw op de Koornmarkt 75. In de strenge winter van 1941/1942 [met elfstedentocht] blijkt echter dat de verwarming van de zaal niet voldoende is, en dus wordt er opnieuw verhuisd. Een paar weken wordt gespeeld in een te kleine zaal in Hotel Central, daarna vind men een plek in Hotel Rippe. De oude naam Hotel Wilhelmina is in de oorlog natuurlijk uit den boze.

Het jaarverslag van dat seizoen begint met de verzuchting dat de verduistering het schaakleven niet aanmoedigt. Als kort na zijn herverkiezing tot voorzitter de heer Strick van Linschoten zich onder medische behandeling moet stellen verliest de clubavond iets aan sfeer. Ook is de speelzaal niet ideaal; de zaal is te klein en aan het einde van het seizoen is er niet genoeg brandstof. DSC vindt het dan eigenlijk ook niet erg als de huur aan het einde van het seizoen wordt opgezegd. Op de propaganda-avond speelt A.J. Wijnans op 30 borden simultaan. Hij wint 15 maal, speelt 9 maal remise, en verliest 6 keer. De avond is een groot succes: 10 nieuwe leden melden zich aan. In de HSB-competitie wordt dan ook met 2 achttallen deelgenomen.

In het voorjaar van 1943 blijkt dat ook de schaakwereld te maken krijgt met de bezetter. De Algemeene Nederlandse Schaakbond, zoals de bond in de bezettingsjaren werd genoemd, had net al de meeste andere bonden nog wel ingestemd met de verwijdering van Joodse leden. Onder hen zelfs de secretaris, wiens functie al in 1940 werd overgenomen door een NSB-er. Maar er is meer verzet als de bezetter de schaakbond gedwongen centraal wil organiseren. Voorheen werd de bond door de onderbonden en de belangrijkste verenigingen aangestuurd. Uiteindelijk weet de sectretaris zich tot gevolmachtigde de laten benoemen, wat er in de praktijk op neerkomt dat hij alle touwtjes in handen heeft. De meeste bestuursleden treden meteen af, net als een aantal bestuurders van de onderbonden. De verenigingen reageren verdeeld. Op de HCSV na [later na een aantal fusies opgegaan in Haege-Ooivaar] blijven de KNSB-clubs gewoon bestaan. In de onderbonden zijn meer clubs die consequenties trekken en zichzelf opheffen.

In de buitengewone ledenvergadering van DSC op 7 april 1943 delen 4 bestuursleden mede op te stappen. Namens de ledenvergadering antwoordt de heer Bossen. Hij huldigt het bestuur vanwege haar standpunt, en in het bijzonder de heer Strick van Linschoten, die na tientallen jaren de club gaat verlaten. De vergadering onderstreept dit met luid applaus. De vier bestuursleden zijn niet de enigen die hun lidmaatschap opzeggen. Na de buitengewone ledenvergadering worden de clubavonden noodgedwongen gestaakt.

In september 1943 wordt een ledenvergadering gehouden in Hotel Rippe. De demissionaire voorzitter, de heer Strick van Linschoten, opent de vergadering met de constatering dat de toestand van de schaakwereld enorm is verbeterd. In de zomermaanden heeft Reichskommissar Seyss-Inquart ingegrepen. Hij wilde geen onrust in organisaties die geen gevaar waren voor de bezetter, en had de gevolmachtigde teruggetrokken. Max Euwe wordt benoemd tot voorzitter van de landelijke schaakbond, een functie die hij aanvaardt nadat een aantal eisen die hij stelde is ingewilligd. Het gevolg is dat al de leden die hadden bedankt zich weer aanmelden. Er wordt tevens weer een wintercompetitie georganiseerd.

Op woensdag 13 juni 1945 wordt in Hotel Wilhelmina [het mag nu weer] een algemene ledenvergadering gehouden. De voorzitter verwelkomt een groot aantal schakers, waaronder een boel nieuwe leden. Door de oorlogsomstandigheden had het clubleven tussen september 1944 en mei 1945 vrijwel stilgestaan.

Aan het einde van de bezetting wordt in het jaarverslag teruggeblikt. Het verslag begint met de verzuchting dat de bevrijding eindelijk een feit is. Ook DSC heeft geleden onder de bezetting. Diverse leden [speciaal student-leden] zijn naar Duitsland afgevoerd in krijgsgevangenschap of tewerkstelling. Gelukkig is geen van hen daar omgekomen. Een vijftal andere leden van DSC heeft deze periode helaas niet overleefd. Eén van hen was de heer A.M. Teitel, één van de sterkste spelers van de club. Hij is omgekomen in een concentratiekamp. De andere leden waren de heren E.H. Birnbaum, A.J. Knoop en J. Nieuwkamp. Verder is het lot van de heer A.J. Wijnans onzeker. Hij was weliswaar geen lid van de vereniging, maar gaf regelmatig simultaansceances op de club.

de Delftsche SchaakClub
de grootste, actiefste en gezelligste schaakclub van Delft

jeugd [ma 18:30-20:00]
Er is op 5 niveau's schaaktraining. Daar­na is er competitie, of een van de vele andere activiteiten.

senioren [ma 19:45-01:00]
De grote interne competitie heeft schakers van elk niveau. Ook zijn er veel andere activiteiten.

copyright
© 2002-7600 Delftsche SchaakClub

powered by
WoltLab GbR, Tjip BV & 2B Insite

software
FirstClassWebsite v1.6.1124.1
DSS v2.9.0701.1
WoltLab Burning Board
GNU WebChess

statistieken
Nedstat Basic  nedstat

disclaimer, privacy politiek, sitemap