2017
Zesde avond (14 augustus)
Gert Legemaat bracht op de slotavond van het Zomervarianten Ontdekkingstoernooi de Portisch-Hook-variant van het Frans op het bord.
1.e4 e6 2.d4 d5 3.c3
b4 4.e5 c5 5.a3
xc3+ 6.bxc3
a5 7.
d2
a4
De uitgangsstelling. Wit heeft een verzwakte pionstructuur door zijn dubbelpion, maar heeft wel het loperpaar. Het is dus een heel ongelijkwaardige stelling.
Deze variant wordt ook wel de Portisch-Hook-variant genoemd, naar twee spelers die de variant in het verleden hebben gebruikt. Hook (een 2200-2300-speler) speelde diverse malen Olympiades voor de Maagdeneilanden, en had met deze variant een goede score. Alleen tegen Fischer (Siegen 1970) ging hij er hard van af:
8.

































Deze variant van het Frans is een gecompliceerde variant, waarin tactiek en zware strategie (met name gebaseerd op pionnenstructuur) een belangrijke rol spelen. Enkele elementen:
Da4 lijkt buitenspel te staan, maar geeft wel druk op a3, c2 en d4. Als de dame a4 verlaat volgt soms a3-a4 en de manoeuvre Ld2-c1-a3
- Wit lokt met Dg4 vaak een verzwakking uit: na …g6 zijn de zwarte velden van zwart nog verder verzwakt, na …Kf8 kan zwart niet meer rocheren
- Als zwart erin slaagt lang te rocheren staat zijn koning veilig
- Als wit h5 speelt dreigt h6, en zwart moet dat voorkomen
- Verder streeft zwart naar een opstelling





Een potje Thijs Roorda – Legemaat (Delft 2014) ging verder met:
8.















































Tenslotte, over de populariteit van de variant:
- Deze variant komt niet voor in de openingsdeeltjes van Euwe, werd vroeger dus nooit gespeeld
- Portisch speelde dit wel in zijn hoogtijdagen, maar scoorde er grappig genoeg niet zo goed mee (3½ uit 9)
- Hook had er dus wel wat successen mee
- In de jaren 80 en 90 werd de variant wel wat gespeeld en in de theorie genoemd, maar slechts enkele kleine varianten
- In deze eeuw is het een redelijk populair systeem, met o.a. Nikolic en Moskalenko als belangrijke gebruikers
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Gert Legemaat | - | Hans Stam | 2-0 | |
2 | Ted Barendse | - | Richard Oranje | 0-2 | |
3 | Bob Voogt | - | Luciën van de Lisdonk | 1-1 | 2x wit |
4 | Erik Biemans | - | Kees van der Meer | 2-0 | |
5 | Simon Broos | - | Halana Vlaming | 0-2 | |
6 | Rob Smits | - | Henk van den Belt | 1-1 | 2x remise |
7 | Rens ter Veen | - | André van der Weijde | 0-2 | |
8 | Vashish Sukul | - | Davy Bao | 1-1 | 2x zwart |
9 | Hugo van der Laan | - | Edgar Huisman | 1½-½ | 1x wit |
10 | Gerard Bilars | - | Cees Huygen | 2-0 | |
11 | Victor van der Kloet | - | René Poots | 2-0 | |
12 | Simon Dirkse | - | Jan Bouke Tiersma | 1-1 | |
13 | Bert van der Willik | - | Eric Wagter | 1-1 | 2x zwart |
Vijfde avond (7 augustus)
Richard Oranje presenteerde tijdens de vijfde avond van het Zomervarianten ontdekkingstoernooi de Miles-variant van het koningsgambiet, ook wel bekend onder de naam Adelaide tegengambiet. Spelers die koningsgambiet spelen zijn over het algemeen niet bang aangelegd, maar in deze variant laat zwart zien dat ook niet te zijn.
1.e4 e5 2.f4

Zwart kiest ervoor het gambiet niet aan te nemen.
3.

Dit valt de pion op e5 nogmaals aan, maar het laat tevens te pion op e4 ongedekt. Direct nemen op e5 is geen goed idee; na 3.fxe5

De zet 3.

3...f5
Pak aan! Hiermee stond meteen de uitgangsstelling voor de partijen op het bord.
Richard liet vervolgens een aantal varianten de revue passeren, waarbij een verschillende aanvalsthema's voorbij kwamen. Bij een paar van de varianten werd dieper op de mogelijkheden ingegaan.
De eerste witte voortzetting die op het bord kwam was:
4.d4
Beoefenaars van het Jaenish gambiet kunnen zich iets bij deze zet voorstellen, aangezien vergelijkbare structuren in die opening op het bord komen. Voor spelers onbekend met dit type stelling wordt het er niet makkelijker op. Er zijn vele antwoorden mogelijk. Richard liet er eentje zien: Na 4...fxe4 5.




Voor de spelers die 4.d4 te wild vinden is er een rustiger alternatief:
4.d3
Na de wilde start komt de stelling zo in iets rustiger vaarwater terecht. Zwart gaat hier verder met zetten als d6 en

Een zet die niet aan te raden is is
4.exf5? fxe4 en het witte paard moet terug maar g1 waarna e5 sneuvelt.
Eveneens slecht is
4.



Na 6.







De principiële zet is natuurlijk de aanname van het tegengambiet:
4.exf5 e4
Zwart kan ook slaan op f4, waarna beide pionnen op de f-lijn op termijn zullen sneuvelen.
Richard liet een aantal varianten zien om een idee te geven van de witte en zwarte mogelijkheden:
5.


Om







8...










Na

Een andere interessante voortzetting is:
4.exf5 e4 5.


Het zwarte paard staan natuurlijk net zo mooi op d4 als het witte paard op e5. Het veld c2 is nu een vervelende zwakte voor wit. Richard daagde de deelnemers uit om achter het bord uit te vinden of deze variant wel goed is voor zwart als wit verder gaat met 6.


De volgende variant die de revue passeerde was:
4.exf5 e4 5.





Zwart dreigt nu de pion op e5 te nemen, en die is lastig te dekken.
[b]8.d4 exd3 9.

De zet 9.


9...


In deze variant, waarbij geen van beide partijen duidelijk beter staat, rokeren zowel zwart als wit niet. Zwart kan met

Een hele andere partij onstaat na
4.



Als wit de loper weg speelt heeft zwart een sterk centrum.
7.exd6

Ook dit is een speelbare stelling voor beide partijen. Wit moet echter niet direct rokeren, want dat gaat in deze stelling mis: 8.0-0?








Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Gert Legemaat | - | Richard Oranje | 2-0 | |
2 | Ted Barendse | - | Henrik Tamerus | 2-0 | |
3 | Ton Bodaan | - | Kees van der Meer | 2-0 | |
4 | Jouke van Gosliga | - | Arno Wiersma | 0-2 | |
5 | Rob Smits | - | Henk van den Belt | 1-1 | 2x zwart |
6 | Cock Hazeu | - | Gerard Bilars | 1-1 | 2x wit |
7 | Rens ter Veen | - | René Poots | 2-0 | |
8 | André van der Weijde | - | Hugo van der Laan | 1½-½ | 1x zwart |
9 | Edgar Huisman | - | Victor van der Kloet | 2-0 | |
10 | Hans Meijer | - | Bert van der Willik | 1-1 | 2x wit |
11 | Davy Bao | - | Eric Wagter | 2-0 | |
12 | Anky Verhaart | - | Jan Bouke Tiersma | 0-2 |
Vierde avond (31 juli)
Jan Peter van Zandwijk schotelde de deelnemers de opmars variant van de Caro Kann voor. De Karo Kann is een opening waarvan Tarrasch zei dat het geen volwaardige opening was, maar dat deze zeker speelbaar was. Dat de opening speelbaar is blijkt wel uit het feit dat Botwinnik de opening gebruikte om Tal in toom te houden. En ook Karpov speelde regelmatig de Caro Kann.
1.e4 c6
De zet c6 is eigenlijk een vreemde zet. De zet helpt de zwarte ontwikkeling niet; behalve voor de dame gaan er geen lijnen open. En zwart posteert een pion op het natuurlijke veld van het paard op b8.
2.d4 d5
Zwart biedt tegenwicht in het centrum, en opent tevens een loperlijn.
3.e5
Er zijn vele manierom om op de Caro Kann te reageren. De zetten

3...c5
Net zoals wit een aantal antwoorden heeft, heeft zwart die ook. Zo zijn er varianten waarin zwart 3...



4.dxc5
Het principiële antwoord. Wit kan ook met c3 of zelfs c4 antwoorden.
4...

De uitspeelstelling.
Jan Peter behandelde vervolgens een tweetal strategieën die wit kan kiezen, en die hele verschillende spelbeelden opleveren.
In de eerste variant gaat wit verder met:
5.

Het lijkt logisch de pion op e3 zo te dekken, maar het staat zwart ook toe zijn witveldige loper te ontwikkelen.
5...

Het is voor zwart belangrijk te kijken of/wanneer hij de pion op e5 kan veroveren. Daarbij moet hij goed rekenen; de pion is in veel stellingen giftig. Zo ook in deze stelling: 6...







Wit moet nu de pion op c5 dekken en heeft daartoe tweee opties. De eerste is 7.






De tweede optie om c5 te dekken is met 7.b4. Ten opzichte van de vorige variant is vanaf a4 de route naar g4 geblokkeerd door de pion op b4. Kan zwart in deze stelling dan wel op e5 nemen? Nogmaals is het antwoord nee: 7...



Een voorbeeld van hoe een partij voortgezet zou kunnen worden is:
7.b4



Zwart belegerd de pion op e5. Nog maar een keer de vraag: had zwart op e5 kunnen slaan? 8...




9.

Zwart wil via

10.b5?








In deze variant moet zwart goed op zijn tellen passen; de pion op e5 wint zwart wel een keer terug, maar hij moet goed inschatten wat het juiste moment is. Het pionnenspel is voor wit in deze variant erg belangrijk.
In de tweede variant gaat wit verder met:
5.

Met deze zet voorkomt wit dat zwart

5...e6
Het alsnog buiten de keten brengen van de loper via




6.

Dekt de pion op c5 die aangevallen stond.
6...

In deze stelling heeft wit twee richtingen waaruit hij kan kiezen. In de eerste speelt hij 7.c3. Na 7...







De tweede richting die wit kan kiezen is 7.










In deze variant is voor wit het stukkenspel veel belangrijker.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Gert Legemaat | - | Chiel van Oosterom | 1-1 | 2x wit |
2 | Jan Peter van Zandwijk | - | Bob Voogt | 1½-½ | 1x zwart |
3 | Richard Oranje | - | Hans Stam | 0-2 | |
4 | Tobias Frische | - | Henrik Tamerus | ½-1½ | 1x wit |
5 | Kees van der Meer | - | Jaap Stam | 2-0 | |
6 | Olav van Leeuwen | - | Simon Broos | 2-0 | |
7 | Hugo van der Laan | - | Theo Rekveldt | 0-2 | |
8 | Robin van Leeuwen | - | Cock Hazeu | 0-2 | |
9 | Victor van der Kloet | - | Gerard Bilars | 0-2 | |
10 | René Poots | - | Han Nicolaas | 0-2 | |
11 | Bert van der Willik | - | Cees Huygen | 0-2 | |
12 | Jan Bouke Tiersma | - | Eric Wagter | ½-1½ | 1x zwart |
Derde avond (24 juli)
De derde avond van het Zomervarianten ontdekkingstoernooi kende een duopresentatie. Lisa Hortensius had haar broer Nick meegenomen, en samen presenteerden ze een variant van de Svenshikov. Daarbij gaven ze voor de uitspeelstelling een aantal plannen voor de witte en de zwarte positie, waarmee de deelnemers aan de slag konden.
1.e4 c5 2.





Het begin van de Svesnikov. Met e5 grijpt zwart invloed in het centrum, maar laat ook een zwakte achter op d5 en d6. Wit zal dan ook zijn pijlen richten op deze velden, terwijl zwart zal proberen snel te ontwikkelen en actief te worden.
6.

Met normale zetten als 6.





6...d6
Zwart moet 7.

7.





Nu het paard op f6 niet meer gepend is ruilt wit het af. Wit wil controle houden over veld d5, en het paard op f6 bedreigt die controle.
10...

10...gxf6 is ook een voortzetting die regelmatig gespeeld wordt. Zwart speelt dan snel f6-f5 om de dubbelpion op te lossen en de ondersteuning van het paard op d5 te ondermijnen.
11.c4
De meest gespeelde zet is hier 11.c3. Wit maakt zo ruimte om het paard op a3 om te spelen. Met c4 gaat wit voortvarender te werk.
1...b4
De enige zet. Zwart kan niet ruilen op c4, wit neemt dan met het paard terug en heeft precies wat hij wil met actieve stukken, controle over d5 en druk op d6. Laten staan haat ook niet want b5 staat maal aangevallen.
12.

De uitspeelstelling. Lisa en Nick gingen verder met het uitleggen van de ideeën die de wit- en de zwartspeler in deze stelling kunnen toepassen.
Een van de ideeën voor de zwartspeler is om a5, a4 en b3 te spelen. De achterliggende gedachte is dat als het paard op c2 verjaagd kan worden zwart zijn paard op c6 naar d4 kan spelen. En zo'n paard op d4 is natuurlijk net zo goed als het witte paard dat nu op d5 staat.
Een ander plan waar zwart op kan spelen is om kort te rokeren en de zet f7-f5 door te zetten. De loper die nu op f6 staat kan daarbij verdedigend op e7 worden geplaats om d6 te dekken. Maar de loper kan ook actief worden ingezet via

Een derde opzet voor zwart is om de dame actief te maken. Het ideale veld voor de dame is c5. Daar dekt ze de pion op b4, ondersteund een evenuteel paard naar d4, en zet druk op c4 en f2. De pion op f2 lijkt nu nog niet een zwakte, maar als zwart ook het plan met f7-f5 door kan zetten kan d2 wel een zwakte worden.
Nuttig is te weten dat wit na bijvoorbeeld 12...0-0 de pion op b4 beter niet kan slaan. Na 12...0-0 13.






Wit heeft in de begingstelling ruimtevoordeel en een prachtig paard op d5. Ook wit heeft een aantal aanvalsplannen.
Een eerste plan is om met h4 en g3 te werken. Na bijvoorbeeld 12...0-0 13.h4 kan zwart niet op h4 slaan. Doe hij dat wel dan incasseert wit na 14.


Wit kan er ook voor kiezen om met g3 en

En een derde en voor de hand liggende opzet betreft het druk zetten op d6. Zwart heeft een achtergebleven pion op d6, en dat is een mooi aanvalsdoel. Wit speelt bijvoorbeeld de dame naar f3 en een toren naar d1, en zoekt het moment waarop de breekzet c4-c5 kan worden gespeeld. Heeft zwart bijvoorbeeld een loper op e7 gezet, dan zou op c5 en dxc5 wit met de aftrekaanval

Aan de hand van 2 korte fragmenten werden de witte en zwarte aanvalsplannen getoond:
Nepomniachtchi - Maletin (2010)
1.e4 c5 2.



























Wit heeft hier alles bereikt wat hij wil: de zwarte structuur is verzwakt, en hij heeft een veel betere loper. Wit won deze partij dan ook.
Sebag - Muzychuk (2015)
1.e4 c5 2.



























Een aantal van de eerder genoemde thema's komen terug in deze partij. Er staat een interessante stelling op het bord, waarbij geen van beide partijen al echt beter staat. Zwart zou deze partij uiteindelijk winnen.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Hans Stam | - | Olav van Leeuwen | 1-1 | 2x wit |
2 | Richard Oranje | - | Erik Biemans | 0-2 | |
3 | Kees van der Meer | - | Jouke van Gosliga | 2-0 | |
4 | Henrik Tamerus | - | Hugo van der Laan | 1-1 | 2x wit |
5 | Adriaan ter Mors | - | Gerrit Horst | 2-0 | |
6 | Cock Hazeu | - | Victor van der Kloet | 1-1 | 2x wit |
7 | Han Nicolaas | - | Robin van Leeuwen | ½-1½ | 1x zwart |
8 | Eric Wagter | - | Ferdinand Schreuder | ½-1½ | 1x wit |
9 | Ankie Verhaart | - | Bert van der Willik | 1-1 | 2x wit |
Tweede avond (17 juli)
Kees van der Meer schotelde de deelnemers bij de tweede ronde van het Zomervarianten ontdekkingstoernooi een Boedapester gambiet voor. Deze opening komt met enige regelmaat op het bord, en kent een aantal interessante wendigden. Aan de hand van enkele korte partijfragmenten demonstreerde Kees de twee speelstijlen waarvoor zwart kan kiezen in die opening. De eerste is het terugwinnen van de pion, waarna zwart in een rustige stelling iets minder staat maar remise zeer wel haalbaar is. De tweede is een wilde stelling waarin remise vrijwel nooit de uitkomst is, maar waarin wit er wel meer wint dan zwart.
1.d4

Als je deze zet niet eerder gezien hebt lijkt - in Kees' woorden - de pion op e5 uitgegleden. De zet 2...e6 is in deze stelling een veelvoorkomend antwoord.
3.dxe5

Een andere variant is 3...



4.

Wit wil niet met 4.



4...


Dit was de uitspeelstelling.
In deze stelling heeft zwart twee voortzettingen die twee totaal andere partijen opleveren. In de eerste voortzetting die Kees behandelde gaat zwart voor het heroveren van de pion op e5.
5...


Wit kan de pion op e5 gewoonweg niet voldoende dekken.
7.e3
In vroeger tijden werd hier de zet 7.a3 aangeraden. In de boekjes van Euwe kom je deze zet dan ook tegen. Met a3 dwingt wit af dat zwart de loper ruilt tegen het paard. Tegenwoordig wordt hetzelfde met andere middelen bereikt.
7...




Beide partijen hebben de ontwikkeling grotendeels voltooit. Zwart moet nu de loper op c8 actief gaan maken.
10...d6 11.

Ook nu is, net als in de eerder genoemde variant uit o.a. de boekjes van Euwe, de loper geruild tegen het paard, maar in een iets voordeligere voortzetting. In deze stelling staat wit ietsje beter. Wit heeft een loperpaar, en mochten de witveldige lopers nog eens geruild worden, dan heeft wit een goede loper over. En zwart heeft vaak praktische probleempjes met de ontwikkeling; wit heeft mogelijkheden de zwarte structuur onder druk te zetten. Maar groot is het witte voordeel niet
In de tweede voorzetting kiest zwart voor de dood of de gladiolen. In deze variant is remise een zeldzaamheid.
5...d6
Zwart maakt er nu een echt gambiet van en gaat voor actief spel.
6.exd6

Een multifunctionele zet. Het valt uiteraard de loper aan op f4, maar indirect ook de pion op f2. Tevens staat de pion op b2 aangevallen.
7.

Ook een multifunctionele zet. Het dekt de loper, en tevens de pion op f2. Na een zet als



7...

Zoals gezegd: de dood of de gladiolen.
8.

Terugnemen met het paard is niet fijn; zwart slaat de loper op f4 en wit heeft veel moeite om te ontwikkelen. Zwart daarintegen heeft het paard op b8 in twee zetten bij de aanval betrokken.

Ruilt het paard en daarmee de verdediger van de loper op f4.
9.g3
Zwart wint sowieso het geofferde stuk terug. Maar nemen op h3 levert een gefragmenteerde stuktuur op, en daarnaast is de loper op f4 erg belangrijk. Met g3 wordt die loper gedekt en blijft de structuur in tact.
Deze stelling is erg ingewikkeld. Kees liet enkele varianten zien. Zwart dreigt met g5 om nog een stuk te winnen. Wit dreit met d6xc7 een pion naar de achterste rij te gaan brengen. De loper op b4 en het paard op b8 kunnen de witte koning gaan belagen. Wit kan echter vaak met tussenzetten zoals

Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Ashwin Ganesh Kumar | - | Kees van der Meer | 1-1 | 2x zwart |
2 | Jan Peter van Zandwijk | - | Luciën van de Lisdonk | 0-2 | |
3 | Arend Bosma | - | Jouke van Gosliga | 0-2 | |
4 | Olav van Leeuwen | - | Henk van der Belt | 2-0 | |
5 | Marfa Blanter | - | Rens ter Veen | 1-1 | 2x zwart |
6 | André van der Weijde | - | Victor van der Kloet | ½-1½ | 1x wit |
7 | Walter Schram | - | Ferdinand Schreuder | 0-2 | |
8 | Aram Hassan | - | Eric Wagter | 2-0 | |
9 | Robin van Leeuwen | - | Mink Enthoven | 2-0 | |
10 | Jan Bouke Tiersma | - | Bert van der Willik | 2-0 |
Eerste avond (10 juli)
Ted Barendse opende het Zomervarianten ontdekkingstoernooi een opening die wellicht als heel spectaculair te boek staat, maar die verschillende tactische en strategische elementen bevat. Ted behandelde het damegambiet, en meer in het bijzonder de Cambridge Springs-variant van het damegambiet.
1.d4 d5 2.c4 e6 3.



Tot zover een standaard opzet. Gebruikelijk is hier de zet 4...

4...

Deze zet oog wellicht vreemd; zwart blokkeert immers de dekking van de pion op d5 door de dame. Aangezien het paard op f6 gepend staat, en dus een slechte verdediger is, lijkt wit gewoon twee maal op d5 te kunnen slaan. Er zit echter de nodige tactiek in deze stelling:
5.cxd5 exd5 6.








5.e3
Wit ontwikkelt zo niet alleen de loper op b1, maar creëert tevens een vluchtveld voor de koning. Nu zou wit dus wel op d5 kunnen slaan.
5...c6
Dekt de pion op d5.
6.


De uitspeelstelling. Zwart speelt actief en probeert gebruik te maken van de penning van het paard op c3. Ted behandelde een tweetal varianten.
Een van de mogelijkheden voor wit is om verder te gaan met:
7.

Zwart dreigt nare dingen met






7...

Na 8...



9.

Deze stelling bevat een volgend stukje tactiek. Een regelmatig gemaakte fout is dat wit hier (of in een voorgaande stelling)

9...dxc4 10.

De loper op g5 stond na het slaan op c4 aangevallen door de dame. Ted liet nog een paar zetten zien hoe beide partijen hun stelling verder zouden kunnen opzetten.
10...




Deze stelling is in essentie een strijd tussen het loperpaar van zwart en het ruimtevoordeel voor wit. Zwart wil van het loperpaar profiteren, maar daarvoor moet zwart lijnen zien te openen. Met name voor de witveldige loper. Dat zou kunnen met e5 of c5. Wit zal echter proberen te voorkomen dat zwart een van deze plannen door kan zetten.
De andere opzet die Ted liet zien vervolgt vanuit de uitspeelstelling na

7. cxd5
Zwart heeft de keuze uit 3 opties. Echter na exd5 komt zwart in een ruilvariant terecht waarin de dame op a5 verkeerd staat. En na cxd5 komt zwart in een variant terecht waarin het paar op d7 verkeerd staat; dat hoor dan op c6 thuis. Dus vervolgt zwart hier met:
7...

Ook deze zet heeft een nadeel; door niet met de pion te slaan geeft zwart invloed op in het centrum.
8.

Met

8...


Wit heeft tot nu toe vooral gereageerd op de zwarte druk op c3. Wit dwingt zwart nu tot een verklaring; het paard op d5 moet een keuze maken. Tevens versterkt wit zijn invloed in het centrum.
10...



In deze stelling heeft zwart als voornaamste uitdaging op de loper op c8 te activeren. Ted liet een mogelijke voortzetting zien.
12...e5 13.


Een bekend thema is dit soort stellingen is de zet

15.

Nu

15...


In deze stelling staat wit wellicht een ietsje beter, maar veel is er voor beide partijen niet aan de hand.
Uitslagen
speler 1 | speler 2 | uitslag | kleur | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Bob Voogt | - | Erik Biemans | ½-1½ | 1x wit |
2 | Kees van der Meer | - | Henrik Tamerus | 1½-½ | 1x wit |
3 | Diederik van Heijgen | - | Olaf van Leeuwen | 2-0 | |
4 | Simon Broos | - | Theo Rekveldt | 1½-½ | 1x wit |
5 | Tom Broekhuizen | - | Rens ter Veen | 1½-½ | 1x wit |
6 | Marfa Blanter | - | Antal van Ravensteijn | 0-2 | |
7 | Henk van der Belt | - | Hugo van de Laan | 1-1 | ? |
8 | Victor van der Kloet | - | Simon Dirkse | 2-0 | |
9 | Han Nicolaas | - | Gerard Bilars | 1-1 | 2x zwart |
10 | Aram Hassan | - | Davy Bao | 1-1 | 2x zwart |
11 | André van der Weijde | - | Fredinand Schreuder | 2-0 | |
12 | Robin van Leeuwen | - | Albert Huisman | 2-0 | |
13 | Mike Huisman | - | Jan Bouke Tiersma | 2-0 | |
14 | Bert van der Willik | - | Eric Wagter | 0-2 |