DSC5 walst over Botwinnik 2 heen
DSC5 heeft de uitwedstrijd tegen het Zoetermeerse Botwinnik 2 met 1,5-6,5 gewonnen; na drie remises volgden vijf overwinningen op rij.
Twee spelers waren verhinderd maar met invallers Diederik van Heijgen en Albert Kemeling waren we nauwelijks verzwakt. De meesten van ons brachten de openingszetten in rap tempo op het bord: zo hadden na drie kwartier spelen Jan Bosma, Arno Wiersma, Willem-Jan van den Broek en Albert pas 10, 6, 5, resp. 12 minuten verbruikt; de laatste had in die korte tijd zelfs al twee pionnen buitgemaakt. Pieter Goossens had aan het topbord daarentegen al 35 minuten nagedacht maar daar betrof het dan ook direct een strijd om de centrale velden en goede en slechte lopers. Jan had met zwart gelijk spel verkregen en moest bedenken hoe hij hier méér van kon maken. Arno kwam goed uit de opening; Jouke van Gosliga verkreeg met zwart via goede paardmanoeuvres gelijk spel. Diederik rokeerde in half-open stelling lang na korte rokade van zijn tegenstander; hij stond wat beter maar moest behoedzaam zijn. De tegenstander van Willem-Jan speelde de opening op de automatische piloot en had onvoldoende oog voor de specifieke zwarte opzet; het gevolg was een groot ruimteoverwicht voor onze man. René Torenstra oefende druk uit op het zwarte centrum maar moest nog de nodige stukken ontwikkelen. Alleen Albert leek al snel gewonnen te staan na pionnenwinst, mede doordat zijn tegenstander een 'verborgen loper' op h7 waarschijnlijk over het hoofd had gezien.
Rond een uur of tien liep het bij Pieter remise; hij zag weinig winstkansen in een eindspel met elk twee torens en een loper (hoewel de loper van zijn opponent zwak genoemd kon worden). Niet veel later accepteerden ook Jouke en René remise - meer zat er niet in. We kwamen op voorspong door Arno, die na een onnauwkeurigheid eerder wat slechter stond maar door een fout in tijdnood van zijn tegenstander een stuk en daarmee de partij won. Willem-Jan had zijn ruimteoverwicht bekroond met stukwinst (tegen twee pionnen):
Hier moest hij nog oppassen: zijn loper op g4 en het paard op f3 staan aangevallen, indirect staat ook zijn paard op c6 onder druk. Maar met de krachtzetten 26. ... Txf4! 27. gxf4 Dd8! maakte hij aan alle mogelijke compensatie kordaat een einde (gespeeld werd nog 28. Lxf3 Dxh4). Het was nu 1,5-3,5. Diederik had ongeveer gelijker tijd met f5-f6, zowel de zwarte dame op e7 als loper op g7 aanvallend, een fantastisch schijnoffer gedaan; de onverdedigde pion kon door beide stukken geslagen worden maar niet zonder stukverlies - een diagram waard! Daarmee was de winst binnen. Jan had in het middenspel goed gebruik gemaakt van het zwakste veld van wit en won een kwaliteit - deze was hem wel toevertrouwd en ook hier kon een punt worden bijgeschreven. Resteert Albert die de hele avond gewonnen stond (drie pionnen voorsprong) maar nog even moest zweten toen zijn tegenstander de g-lijn wist te openen en daar twee torens en een loper ter beschikking had - uiteindelijk won ook hij zijn partij: 1,5-6,5.
Gedetailleerde uitslag:
1. Max Kanbier 1839 - Pieter Goossens (wit) remise
2. Merlijn Albers 1619 - Jan Bosma 0-1
3. Bert Klaassens 1726 - Arno Wiersma 0-1
4. Arno Middelkoop 1782 - Jouke van Gosliga remise
5. Gerard Arp 1665 - Diederik van Heijgen 0-1
6. Dick de Witt 1798 - Willem-Jan van den Broek 0-1
7. Peter Heek 1777 - René Torenstra remise
8. Bob Ameling 1608 - Albert Kemeling 0-1
