Delftse SchaakSite - Marco's Pravda

Beter laat dan nooit?

“De wereldschaakbond bestraft vanaf 1 juli schakers die op een toernooi niet op tijd achter het bord zitten, met een verliespartij.”

Een ingrijpende wijziging. Zonder deze maatregel op al te wetenschappelijk niveau te bestuderen speur ik het internet af. Een kleine zoektocht leidt tot een bloemlezing betreffende achterliggende motieven (ontevredenheid en een lage betrokkenheid met het werk, het verkeer, een moeilijke combinatie tussen werk en gezin danwel een uiting van macht, de reden benoemd door de FIDE) , ‘ontspannen te laat komen’ , sancties te treffen door de baas van de weinig punctuele werknemer en zelfs de top tien excuses voor laatkomers . Bij het laatste artikel wordt tevens melding gemaakt van een klein onderzoekje, dat erop wijst dat 13 procent van de werknemers minstens één keer per week te laat komt en 24 procent dit minstens eens per maand doet.

Treffend is danook de volgende anekdote:

Ergens in China, zo’n jaar of vijf geleden. Een Nederlandse handelsmissie maakt zich op voor een belangrijk diner met een Chinese delegatie. De begeleider van de Hollanders ijsbeert nerveus door de lobby van het hotel. Ze zijn te laat. Over tien minuten heeft de delegatie afgesproken met de Chinezen, die al ongeduldig staan te wachten. Vijf minuten voor de afgesproken tijd wandelen de Nederlanders ontspannen de lift uit. Ruim op tijd, denken ze. Maar de begeleider van de delegatie foetert dat de avond niet meer te redden is. Hij had het nog zo gezegd: kom op tijd. Vijf minuten te vroeg komen, is in China veel te laat. Daar hoor je, als je op tijd wilt komen, een kwartier voor de afgesproken tijd aanwezig te zijn.

Het kan verwarring oproepen, maar besef van tijd is in veel landen cultureel bepaald. Te laat komen in Zuid-Europese landen als Italië en Spanje bestaat eigenlijk niet, want mensen die zich daar aan de klok houden, zijn een uitzondering. Maar hoe noordelijker je komt, hoe stipter de mens, zo lijkt het. En in China dus word je geacht een kwartier te vroeg op een afspraak te verschijnen.


In het onderhavige geval betreft het echter een sanctie, niet voor werknemers, maar voor (denk)sporters. Eén die doorwerking zal hebben voor ook vele amateur­sporters. Daarbij dient een belangwekkende blik geworpen te worden op algemene, bediscussieerde opvattingen.

Het forum van Utrechtschaak , daar kan altijd wel wat interessants gevonden worden. Ook heel veel onzin, maar voor wie goed zoekt&daar is de reactie van Pieter de Groot:
De schaakwereld is een democratische gemeenschap. En de FIDE-regels komen op een democratische wijze tot stand. De voorstellen tot wijziging worden tijdig naar alle bonden gestuurd, en naar een ieder die daarvoor belangstelling had. Zo heeft de KNSB al in de lente de voorstellen ontvangen. Daarin stond al het nieuwe voorstel over te laat komen. In september heeft de KNSB de laatste versie van de voorstellen ontvangen.

In zijn jongste column vraagt Gijssen of de voorstellen ook zijn besproken met de schakers of dat zij alleen zijn besproken in besloten kring. In Nederland zijn de voorstellen besproken in de scheidsrechterscommissie. En behalve die commissie weet niemand wat de scheidsrechterscommissie vond van de voorstellen (Zo vreemd is dit trouwens ook niet. Wij weten ook niet wat de onderhandelingsruimte is van een minister als hij of zij naar een vergadering gaat in Europa).
De vertegenwoordiger van de KNSB had dus het mandaat van de KNSB op zak om het standpunt van de KNSB uit te dragen. Vervolgens werden in Dresden afgelopen november de voorstellen besproken in de regelscommissie onder voorzitterschap van Gijssen. De eindvoorstellen van die commissie zijn voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

Het bijzondere is dat de Vergadering (inclusief de KNSB) in november niet te lang over dit onderwerp wilde discussiëren. Er stonden op de agenda belangrijker zaken te bespreken. Daarom heeft de Vergadering de wetgevende bevoegdheid om regels te stellen over het te laat komen in handen gelegd van de presidentiële raad. Zodat die raad de bevoegdheid heeft gekregen te bepalen hoe de regel komt te luiden. Als men het overlaat aan de presidentiële raad moet men niet zeuren als men het met de beslissing van die raad niet eens is. Dan had men maar niet zo stom moeten zijn die bevoegdheid uit handen te geven.

Het heeft dan ook geen zin de KNSB te vragen te protesteren bij de presidentiële raad. De vertegenwoordiger heeft zelf meegewerkt aan die bevoegdheidsoverdracht.

Trouwens, ook al zou het voorstel van de commissie-Gijssen zijn overgenomen, dan nog kwamen de KNSB en de regionale bonden in de moeilijkheden.
Men moet dus beter opletten bij de totstandkoming van de regels.

Tot 1 juli aanstaande kunnen de KNSB, de regionale bonden, alle schaakverenigingen en alle toernooiorganisatoren hun reglementen wijzigen. Er komt dus een enorm bureaucratisch circus op gang van reglementswijzigingen.

Worden de reglementen niet gewijzigd, komen de organisatoren vanzelf in de moeilijkheden. Want reken maar dat schakers zich op de regels gaan beroepen als de tegenstander eventjes te laat is, of 15 minuten te laat komt, wegens problemen. Zij die van geschillen houden in de schaakwereld gaan mooie tijden tegemoet.


De meningen lijken verdeeld, toch is men overwegend kritisch. Dienen deze regels voorgeschreven te worden door de FIDE, of zou zulks een maatregel niet beter geschikt zijn voor toernooireglementen?

Het woord hieromtrent laat ik vooralsnog graag aan arbiters, die een goede afweging kunnen maken omtrent de doelstelling van de FIDE (het voorkomen van psychologische oorlogsvoering) en de middelen die hiervoor worden ingezet. Geurt Gijssen was hierover reeds (blijkens de commissie-Gijssen) duidelijk, laat dit alles een oproep zijn aan bijvoorbeeld Arthur Schuering om hierover ook zijn standpunt kenbaar te maken.

Is het niet al te drastisch? Waar regionale bonden nog voorbehouden kunnen (en waarschijnlijk zullen) maken ten aanzien van de FIDE-regels, lijkt het voornoemde vooral ten aanzien van weekendtoernooien, zomertoernooien en de KNSB-competitie grote problemen met zich mee te dragen.

Schaakrecht wordt weer interessant. Dat is het trouwens altijd al geweest. Want wat gebeurt er wanneer een externe wedstrijd volgens Fischer-tempo dient te worden verspeeld, maar 5 van de 8 borden in de tijdnoodfase ontdekken dat zij volgens Bronstein-tempo spelen? Het euvel valt niet meer te verhelpen en verder spelen volgens de huidige stand op het bord met toevoeging van tijd doet ook geen recht aan de situatie. Dit was het geval bij Schaakhuis 1 - DSC4 onlangs. Beide teams hebben besloten tot overspelen van alle 8 wedstrijden, waarbij de reeds opgebouwde 2½-½ voorsprong die niets met de klokken te maken had nietig werd verklaard; mijn overwinning was dus ook niets waard.

Of het geval bij Katwijk 2 - Leithen 2, waar wit met nog meer dan een uur op de klok weigerde te noteren, ook na herhaaldelijke verzoeken van de wedstrijdleider? De vlag viel, maar feitelijk bleef de wedstrijdleider in gebreke en daardoor ook de niet-noterende speler. Het protest is reeds enkele weken terug ingediend bij de competitieleider van de LeiSB, gewacht wordt nog op een uitspraak.

Net zozeer wacht schaakminnend Nederland op een reactie van de KNSB. Vanwege het kerstreces hebben ze nog even bedenktijd, maar langer willen wij schakers niet wachten. Op ons wordt tenslotte ook niet meer gewacht.

de Delftsche SchaakClub
de grootste, actiefste en gezelligste schaakclub van Delft

jeugd [ma 18:30-20:00]
Er is op 5 niveau's schaaktraining. Daar­na is er competitie, of een van de vele andere activiteiten.

senioren [ma 19:45-01:00]
De grote interne competitie heeft schakers van elk niveau. Ook zijn er veel andere activiteiten.

copyright
© 2002-400 Delftsche SchaakClub

powered by
WoltLab GbR, Tjip BV & 2B Insite

software
FirstClassWebsite v1.6.1124.1
DSS v2.9.0701.1
WoltLab Burning Board
GNU WebChess

statistieken
Nedstat Basic  nedstat

disclaimer, privacy politiek, sitemap