Ik schaak dus ik ben
De zetten die we verzinnen achter het bord, de plannen die we maken, het is een afspiegeling van wie we zijn. Het zijn puzzelstukjes van gedachtekronkels. Elke partij onthullen ze fragmenten van ons karakter, tillen ze het tipje van de sluier iets hoger op.
Twijfelaars komen in tijdnood, of ze nu willen of niet. Waaghalzen spelen alles of niets, Volharders, spelen tot het bittere einde, opgeven is geen optie. Geduldige mensen zijn geduldige spelers. Perfect in staat rustig een eindspel uit te melken. Zeg me wie je bent, en ik zeg je hoe je schaakt.
Is het echt zo eenvoudig? Nee. Viktor Kortchnoi verklaarde ooit dat hij op vierentwintigjarige leeftijd opnieuw moest leren schaken nadat hij constateerde dat zijn spel niet in overeenstemde met zijn karakter. Voor de nu 76 jarige Mister Chess was schaken naar zijn aard, geen automatisme, maar aangeleerd. Een interessante gedachte.
En wat te denken van de Duitse filosoof Johann Christoph Friedrich von Schiller. Die beweerde: Een mens is alleen zichzelf als hij speelt. Schakend ben je dus meer jezelf dan, wanneer je de aardappelen schilt, discussieert met je collega, of flirt in de kroeg. Als Von Schiller het bij het rechte einde zou hebben, zou de psycholoog de sofa moeten vervangen voor een schaakbord. Goed voor het aantal schakers, dodelijk voor het imago.
En nu de sofa dan toch in beeld is: wat vond Sigmund Freud? Die zou ongetwijfeld aanhanger zijn van de minderheidsopvatting dat schaken een liefdesspel is. Matzetten zou synoniem zijn voor een vrouw schaken. Een interessante gedachte, maar als je aan de vrouw wilt komen geen verstandige strategie. Voor het versieren van mannen kan het er wellicht mee door.
En hoe zit dat bij mij? Wel, mn vriendin gedoogd mijn passie voor schaken - en gaat op vakantie met vriendinnen als ik naar Wijk aan Zee vertrek. De vrouwen die ik achter het bord trof waren zonder uitzondering minderjarig, of oud genoeg om mijn moeder te zijn. Behoudens mijn liefde voor het spel is er weinig amour fou te bespeuren.
Mooi, nu zijn we terug bij af. Wie ben ik? De nooit bevredigend beantwoorde vraag. Duizenden wijsgeren hebben er het hoofd op gebroken en dat van Johan van Oldenbarnevelt heeft er zelfs nog voor gerold. De samenleving is hierdoor zelfs jaren lang geterroriseerd door Ron Brandsteder c.s. die deze vraag ridiculeerden tot een televisiequiz.
En is dát te vangen in één partij, één zet of één diagram? Dat zou wel een uitkomst zijn. Geen interviews, (auto)biografieën, en langdradige columns meer. Nooit meer doorgezaagd worden door kritische partners, relatietherapeuten, of toekomstige werkgevers. Partijtje inleveren en klaar! Het mannelijke paradijs: nooit meer hoeven praten over je gevoelens...